Michaël

Sommige mensen vinden de herfst de mooiste tijd van het jaar. Anderen raken een beetje in mineur van de afstervende natuur. Wie het Michaëlsfeest bestudeert, kan kracht putten uit de symboliek die hierachter schuilgaat.

Het feest vindt zijn oorsprong in het Bijbelse verhaal waarin Johannes vertelt over aartsengel Michaël die vecht tegen een draak. De engel weet de draak te verslaan en hem in de diepte te laten storten. De legende van Sint-Joris en de draak is een aardse versie: het gaat over een dappere ridder die de draak verslaat en de koningsdochter bevrijdt.

Het Michaëlsfeest wordt precies tussen Sint-Jan en Kerstmis gevierd, daarmee gaan we van een buitenfeest naar een binnenfeest. De herfst is begonnen en de natuur trekt zich terug – en begint zelfs af te sterven. Als we dit proces zouden meebeleven, zoals we zo graag doen in de lente en de zomer, dan zouden we in onszelf een afbraakproces moeten laten plaatsvinden. 

De gedachte achter het Michaëlsfeest is daarom om het innerlijke leven aan te spreken. Alleen door moed, door innerlijk wakker te zijn, kun je de draak bedwingen. We moeten de moeilijke dingen niet uit de weg gaan, maar juist tegemoet treden, omarmen en overwinnen.

Sint-Maarten

Sint-Maarten is op de vrijeschool een van de belangrijkere feesten. Het valt precies tussen het Michaëlsfeest en de eerste kerstnacht. 

Met Sint-Maarten herdenken we dat een legerofficier genaamd Martinus bij de poort van Amiens de helft van zijn mantel schonk aan een bedelaar. Die nacht kreeg hij een droom dat dit geen gewone bedelaar was, maar Christus. Martinus besloot het Romeinse leger te verlaten en zijn leven te wijden aan de armen.  

Dat is de boodschap die met dit feest wordt meegegeven: daar waar met Michael de ruiter Joris oproept om de strijd aan te gaan, vraagt ruiter Maarten nu om toewijding en roept hij ons op ons open te stellen voor het licht. Maarten verslaat op zijn paard met zijn zwaard niet de vijand maar brengt een offer: door de helft van zijn mantel aan de bedelaar te geven, maakte hij zichzelf gelijkwaardig aan de ander. Vanuit een nieuw zelfbewustzijn (Michaël), leveren we een stuk van onszelf in (Sint-Maarten).

Op 11 november, als het donker begint te worden, lopen de kinderen een optocht met hun uitgeholde pompoen.

Sint-Nicolaas & Advent

Na Joris en Sint-Maarten komt, opnieuw op een wit paard, een derde ruiter ons passeren. In sommige landen spreken ze van neerdalen uit de hemel: we hebben het over Sinterklaas. Sint-Nicolaas, de goedheiligman, ‘wil ons helpen een beter mens te zijn’. Een lieve, goedgeefse, man. Barmhartig. Schrijver Fred Tak maakt in zijn boek over jaarfeesten de vergelijking met God de vader die ons schenkt wat ons toekomt. ‘Onzichtbaar voor de mensenwereld, maar ergens hoog boven ons (op de daken) aanwezig’ 

De sinterklaastijd valt samen met Advent. Advent betekent ‘dat wat komen gaat’ en dan hebben we het over Kerstmis. Het kerstfeest is in het christendom het grootste feest van het licht. De adventstijd begint vier weken voor kerst. Vier weken kan de mens zich voorbereiden op de geboorte van het ‘Kind van het Licht’, het Jezuskind. In de achttiende eeuw werd de adventskrans bedacht, waarbij elke zondag een extra kaars wordt aangestoken totdat er vier kaarsen branden. 

In de antroposofie wordt elke adventszondag iets aan de diepblauwe jaartafel toegevoegd. Op eerste advent zijn dit stenen, de week daarna planten, daarna dieren en als vierde de mensen in de vorm van het kersttafereel.  In de lagere klassen wordt advent gevierd met het lopen van het adventstuintje: een spiraalvorm van mos of stenen op de grond waar in het midden een kaars brandt.

Kerstmis

Kerstmis valt samen met de winterzonnewende, net zoals Sint Jan samenvalt met de zomerzonnewende. Kerstmis is de belofte dat het weer lichter zal worden. In de donkerste nacht wordt het licht opnieuw geboren. Je kunt het kerstfeest zien als een symbool van hoe wij als mensen, wanneer het duister op zijn sterkst is, toch in staat zijn om diep in onszelf weer ruimte te maken voor het licht.

Maria met haar blauwe gewaad symboliseert de aarde die via het Jezuskind de nieuwe zonnekrachten in zich opneemt. Bij deze periode hoort ook de aartsengel Gabriël, die aan Maria haar zwangerschap aankondigt.

Deze periode voorafgaand kent veel liederen en verhalen die voorbereiden op Kerstmis. De kleuters spelen elke dag een kerstspelletje en zullen dit voor de kerstvakantie aan de ouders laten zien. 

Leerkrachten en ouders spelen op de laatste schooldag het ‘Oberufer kerstspel’, voor alle kinderen en hun ouders. Het paradijsspel wordt door de paradijsspelers gespeeld voor de klassen drie t/m zes en hun ouders.

Driekoningen

‘Driekoningen’ is de traditionele benaming voor de wijzen uit het oosten. Matteüs noemt hen in de bijbel ‘magiërs’, wij zouden zeggen: ‘astrologen’. Zij bestudeerden de stand van de sterren en de loop van de planeten. Uit de stand van die hemellichamen meenden zij aanwijzingen op het spoor te kunnen komen met betrekking tot de toekomst van de wereld. Volgens het Bijbelverhaal brachten deze wijzen geschenken naar de nieuw geboren Jezus: goud, wierook en mirre. 

In de driekoningentijd wordt door de kleuters een driekoningenspelletje gespeeld. Het einde van de Driekoningentijd sluiten we feestelijk af met het eten van het Driekoningenbrood of –koek. Hierin zitten drie gekleurde stenen: rood, groen en blauw, verstopt. Wie een steen vindt wordt koning en een activiteit kiezen die ze graag met de klas willen doen. Vanaf de vierde klas kijken de kinderen naar het driekoningenspel.

Driekoningen wordt gevierd op 6 januari. Op deze datum breekt de epifaniëntijd aan welke 40 dagen duurt; tot 2 februari, de dag waarop we Maria Lichtmis vieren. 6 januari is ook de dag van het nieuwe zonnejaar volgens de Egyptische kalender en de dag dat Jezus door Johannes de Doper gedoopt wordt in de Jordaan. Johannes was bij deze doop getuige van de eigenlijke geboorte van Christus. 

Maria Lichtmis

Maria Lichtmis is een feest waarbij een donkere periode wordt afgesloten en de vruchtbaarheid die komen gaat, wordt verwelkomd. De natuur komt weer tot leven en de tijd van het donker ligt nu duidelijk achter ons, vandaar ook dat de restjes kaars van de winterperiode worden verzameld en opgebrand.

Lentefeest

In de wintertijd beweegt alles naar binnen toe, tijdens de zomerperiode treedt alles weer naar buiten. Tijdens de lenteperiode bestaat er een evenwicht tussen deze twee uitersten. Het zijn twee tegengestelde krachten die elkaar in evenwicht houden, waarbij de ene ons naar de aarde toe beweegt en de andere kracht ons daarvan losmaakt.

Kleuters houden van verkleden en het energiek tot leven komen dat in de natuur zichtbaar is, kan met het lentefeest gevierd worden. We kiezen een verkleedthema dat past bij de belevingswereld van de leeftijd. Bij het verkleden willen we graag de gezichten herkenbaar houden en daarom niet volledig bedekken met schmink of maskers. Het lentefeest wordt gevierd met liedjes, spelletjes en lekkere pannenkoeken.

Palmpasen

De laatste zondag van de vastenperiode voor Pasen is het Palmpasen. Met Palmpasen begint de Goede Week, ook wel Stille Week genoemd. In de kerkelijke traditie herdenken we met Palmpasen de optocht van Christus, die op een ezel Jeruzalem binnenreed. Elementen van het feest van Palmpasen bestonden echter al in de voorchristelijke tijd. In het voorjaar werden langs akkers en velden processietochten gehouden om kwade geesten weg te jagen – en goede geesten te eren om zo een rijke oogst te krijgen. 

Zo’n processietocht lijkt wel wat op de palmpasenoptocht op de vrijescholen. De kinderen zingen prachtige liederen en smullen ondertussen van al het lekkers aan de palmstok. Die palmpaasstok, gemaakt van een dode tak, herinnert aan de kringloop van dood en leven. De stok is versierd met crêpepapier. Bovenop zit een broodhaantje, gebakken door de kleuters. De haan kondigt de nieuwe dag aan en herinnert ons wakker in de wereld te staan. Het brood vind je terug in veel rituelen. Het symboliseert het voedsel voor de ziel. Het is ook een verwijzing naar het verdelen van het brood door Christus bij het laatste avondmaal. De palmpaasstok staat symbool voor nieuw leven, in de natuur én in jezelf. 

Pasen

Christenen vieren met Pasen dat Jezus uit de dood is opgestaan, op de zondag na zijn kruisiging.

Veel elementen van het feest gaan nog veel verder terug dan het christendom. Zo staken de Germanen rond deze tijd grote vuren aan voor de lentegodin Ostara of Eostre (vandaar het Engelse ‘Easter’). Dat gebeurt nu nog steeds.

Met Pasen vieren we nieuw leven. Er worden paaseieren versierd. Op de paasviering verzamelen de klassen zich in de zaal om naar een paasverhaal te luisteren. Er wordt gezongen, er worden eieren gezocht en heerlijk gegeten van de paasmaaltijd.

Pinksteren

Op de 50ste dag na Pasen wordt het pinksterfeest gevierd: er wordt gezongen en gedanst rond de meiboom. De linten aan de meiboom symboliseren de individuele mensenzielen en bij het dansen worden de linten in elkaar geweven. Alle linten zijn verbonden met elkaar en met het hogere, het ‘centrale’: de meiboom.  

Pinksteren is het ultieme feest van verbinding: tussen de mensen onderling en tussen de hemel en aarde. Het huwelijkssymbool staat ook voor die verbinding, vandaar dat oudste kleuters de pinksterbruid en pinksterbruidegom mogen zijn. Na afloop vieren de kleuters de bruiloft met een stuk zelfgebakken bruidstaart als ‘hoogtepunt’. 

De dans rond de meiboom wordt gedaan vanaf de eerste klas. Jaar na jaar worden de patronen die gemaakt worden rond de meiboom complexer. De kinderen leren dat zij samen, met plezier, iets wonderlijks kunnen creëren en moeilijke ‘knopen’ weer samen kunnen ontrafelen. 

Het pinksterfeest werd al bij veel heidense volkeren gevierd. In de loop der eeuwen zijn de elementen uit de niet-christelijke en christelijke pinksterfeest-vieringen samengevoegd. Ook de oorsprong van de dans om de meiboom ligt ver voor Christus.  

Sint-Jan

We vieren op Sint Jan de langste dag van het jaar in het besef dat na dit keerpunt het daglicht weer zal gaan afnemen. Sint Jan wijst daarom ook vooruit naar de geboorte van een nieuw innerlijk licht met Kerstmis wanneer de nachten op hun langst zijn. Het is een vreugdevol feest dat de zomer viert, met spellen en een picknick. Het eten dat we delen tijdens Sint Jan is daar onder andere een symbool van; ‘Dat wat ik geschonken heb gekregen, deel ik’.

Sint Jan vieren we met de hele scholengemeenschap op een vrijdagavond, op een mooie plek in de natuur. Hierin genieten we samen van dans, muziek, het delen van lekker eten en drinken en springen we over het vuur. Overdag maken de kinderen op school (en kleuters thuis) al een bloemenkrans van echte bloemen die zij tijdens het feest dragen op het hoofd.